Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
14 juli 2010

De entree van Jan Peter Balkenende

Andere tijden
Bekijk Video
30 min

 

Jaap de Hoop Scheffer

Partijcrisis

“Op dat moment was ik er echt van overtuigd, dat er na het weekend geen CDA meer zou zijn.” Léon Frissen is heel stellig. “De partij zou niet meer bestaan”, aldus de toenmalige voorzitter van het gewest Limburg. Zaterdag 29 september 2001, vergadering van het partijbestuur. Jaap de Hoop Scheffer, de fractievoorzitter in de Tweede Kamerfractie, heeft zojuist gezegd dat hij aftreedt. Partijvoorzitter Marnix van Rij is een paar dagen daarvoor al afgetreden. Wat nu?

Zeven jaar eerder is het CDA in de oppositie terecht gekomen. Voor het eerst in haar bestaan, en onwennig. Al zeven jaar is het leiderschap in de partij onderwerp van debat. In hoog tempo verslijt het CDA haar leiders. Eerst valt premier Ruud Lubbers zijn kroonprins Elco Brinkman af. Dan komt de wat bedachtzame fractieleider Enneüs Heerma, in 1997 vervangen door Jaap de Hoop Scheffer. Maar ook De Hoop Scheffer slaat niet aan en ligt nu overhoop met voorzitter Marnix van Rij. Met hun gesteggel over wie de leider bij de verkiezingen van 2002 moet zijn komt het CDA natuurlijk nooit uit de oppositie!

De kritiek op De Hoop Scheffer komt niet uit zijn eigen fractie, maar van daarbuiten. Daar wordt hij niet als de meest gelukkige keus gezien om de verkiezingen mee in te gaan. Hans Hillen, die toen in de fractie van de Tweede Kamer zat, analyseert dat met de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002 voor de deur, veel wethouders en bestuurders voor hun baan vreesden omdat zij vonden dat er zo werd geklungeld in Den Haag. “De Hoop Scheffer was te diplomatiek en minder profilerend in de debatten dan we zouden willen”, beaamt Henk Klaver, de voorzitter van de afdeling Drenthe. Hij en zijn afdeling hebben liever partijvoorzitter Marnix van Rij. “No nonsens. Kwam over met charisma. Afspraak is afspraak. Verfrissend. Vernieuwend”, schetst Klaver.

Jack de Vries

De strijd om het leiderschap

Wie zal de lijst aanvoeren bij de landelijke verkiezingen, in mei 2002? De Hoop Scheffer heeft het idee dat zijn partijvoorzitter op die nummer 1 positie aast. De positie waar hijzelf eigenlijk hoort te staan. Het maakt hem achterdochtig. Van Rij heeft dat altijd ontkent, ook in zijn boek 'Duizend dagen in de landspolitiek'. Hans Hillen, die toen in de fractie van de Tweede Kamer zat, trekt dat in twijfel. “Ik houd Marnix van Rij voor een erg intelligente man”, zegt Hillen, “Eén van de toppers die wij toen in beeld hadden. En iemand die zo goed is, weet precies wat hij doet. Als je het spel zo speelt, ga je voor de top.”

De strijd die tussen Van Rij en De Hoop Scheffer ontbrandt en komt tot een dramatisch hoogtepunt in de laatste week van september. Van Rij trekt zich het wantrouwen van De Hoop Scheffer aan en treedt op donderdag 27 september af. Maar een dag later wil het dagelijks bestuur van de partij juist Van Rij als lijsttrekker hebben. Verwarring alom, wie is nu de leider?

Een vergadering van het partijbestuur in het CDA kantoor in Den Haag moet op zaterdag 29 september een einde maken aan alle onduidelijkheid. Vrijwel alle partijbestuurders en adviserende leden zijn er. De Hoop Scheffer wil Van Rij niet hoger dan plaats 5 op de lijst, dat is het akkoord dat de twee die ochtend in het geheim hebben gesloten. Bestuurder Klaver wist niets van die deal. “Dat vertelden ze ons ook niet. Als partijbestuur had je het gevoel dat je door beide mannen bij de neus werd genomen”, herinnert hij zich.

Want een deel van het bestuur wil Van Rij op 1. Een compromisvoorstel is De Hoop Scheffer op 1, Van Rij op 3. Chaos alom. Er ontstaat onrust bij het partijbestuur dat zich volgens Klaver steeds meer afvraagt wat hier gebeurt. De Hoop Scheffer vraagt schorsing om na te kunnen denken. “Schorsing?”, roept de voorzitter van Drenthe uit. “Man, beslis nou eens iets!” De Hoop Scheffer en zijn voorlichter Jack de Vries trekken zich terug. “Het had geen zin, het zouden twee kapiteins op één schip worden”, analyseert De Vries nu in zijn werkkamer op het ministerie van Defensie. En dus hakt Jaap de Hoop Scheffer de knoop door. Hij treedt per direct af als fractievoorzitter en is niet beschikbaar als lijsttrekker voor de verkiezingen van 2002.

Nu zit het CDA ècht zonder kopstuk. Beide kemphanen zijn nu zo beschadigd dat geen van beiden het overleeft. Ab Klink, nu minister van Volksgezondheid maar toen nog directeur van het Wetenschappelijk Bureau van het CDA redeneert: “Marnix had op dat moment eigenlijk moeten zeggen: ‘Ik doe dit niet, ik heb een deal dat ik op 5 kom’."

<p>Hillen</p>

Geen eenzame aftocht

De Vries is al meteen bezig met de aftocht. “Ik wilde geen eenzame beelden zoals toen Heerma vertrok." Op archiefbeeld uit 1997 zien we Enneus Heerma op de avond dat hij gedwongen plaats maakt voor Jaap de Hoop Scheffer. Rond middernacht verdwijnt hij op de achterbank van zijn dienstauto, die wegspoedt. Aftocht, alleen. Dat is het beeld dat De Vries wil voorkomen. En dus staan de fractieleden Maria van der Hoeven en Jan Peter Balkenede, die ook vice-voorzitter van de fractie is, naast De Hoop Scheffer als de camera draait. Daarmee is de afgetreden fractievoorzitter altijd geflankeerd door zijn getrouwen.

De fractie realiseert zich dat het afschieten van de leider zo vlak voor de verkiezingen rampzalig zou kunnen zijn. “We waren ons lam geschrokken”, herinnert Hillen zich. “We moesten als de donder een nieuwe leider hebben en eenheid uitstralen. Jan Peter was van iedereen in de fractie de beste." Voor de fractie is het duidelijk, maar voor het partijbestuur nog niet. Hillen meent dat Balkenende vanaf het moment dat De Hoop Scheffer aftrad precies wist waar hij mee bezig was. Hij wil, de fractie wil hem, maar het partijbestuur gaat moet hem eigenlijk kiezen.

“Dat was de marskoers, maar we moesten langs het partijbestuur en daarmee moesten geen fouten gemaakt worden”, aldus Hillen. Dus antwoordt Balkenende die zaterdag op de vraag of hij de nieuwe fractieleider wordt herkenbare dingen als “Dat is nu niet aan de orde” en “Ik ben geen kandidaat”. Hillen weet wel waarom. “Als je op zo’n moment te zeer in beeld bent en ambitieus bent, dan roep je eerder wantrouwen en weerstand op. De keuze lag formeel bij het partijbestuur. Dus wij mochten een nieuwe fractieleider kiezen, maar zij de lijsttrekker."

<p>Frissen</p>

Herdefiniëring van de partij in café Schlemmer

Ook de Limburgse voorzitter Léon Frissen is zich kapot geschrokken daar in Den Haag. Hoe moet het nu? Er moet snel een nieuwe lijsttrekker komen. Hij belt met Ab Klink, de directeur van het wetenschappelijk bureau van het CDA. Langdurig. Het is voor Frissen meteen duidelijk dat Jan Peter Balkenende het moet worden. Die zit namelijk al in de fractie in Den Haag en heeft daarmee voordeel op de andere kandidaat Pieter van Geel. En Van Geel is dan wel een stemmenkanon in de regio Brabant, maar ontbeert de landelijke ervaring van Balkenende. “Maar de andere gewesten, die hadden het gewoon niet door. Die hadden niet door hoe erg het was. Het was gedaan. Het was voorbij."

Wat verder voor Balkenende pleit is dat hij betrokken is geweest bij de herdefiniëring van het CDA in de jaren daarvoor. Die jaren in de oppositie zijn goed geweest voor het CDA, zegt vrijwel iedereen. Het dwingt het CDA haar positie opnieuw te bepalen. Termen als ‘de inhoudelijke herprogrammering van de partij’ en ‘een nieuwe programmatuur’ vallen. Een voorbeeld daarvan is de groep die elke paar maanden bijeen komt in het Haagse café Schlemmer.

De Tilburgse econoom Lans Bovenberg is er één van. “Erg gezellig”, vond hij het. “We hadden het idee dat we de hele wereld konden verbeteren”, zegt hij in het zaaltje waar ze jarenlang bijeenkwamen. Daar bedenken de mannen -vrouwen zijn er niet bij- ruwweg tussen 1995 en 1998 wat de positie van het CDA moet zijn als ze uit de oppositie komt. Wat volgens hem ook vaak aan de orde kwam, was de rol van het gezin en in het verlengde daarvan het belang van normen en waarden. Elke keer houdt één van de heren een inleiding over een onderwerp: “Ik vind dat het zo en zo moet”, waarna discussie volgt. “Jan Peter was de grote motor, aldus Bovenberg. Ab Klink is er ook een paar keer bij in Schlemmer. “De wereld veroveren vanuit CDA optiek”, zegt hij. Hij herinnert zich economische onderwerpen, de herziening van het sociale stelsel, de WAO, moet de ziektewet geprivatiseerd worden? Balkenende kent hij al sinds 1985/86 uit het wetenschappelijk instituut van het CDA. Beiden promoveren op het onderwerp waarover ze het die jaren hebben. Wat behoort tot de taak van de overheid, en wat is de eigen verantwoordelijkheid van de burger?

Bovenberg heeft achteraf nog altijd het gevoel dat het kwajongenswerk was. Dus toen Balkenende aankondigde dat hij de Tweede Kamer inwilde, was Bovenberg verbaasd. “Wat hebben we toen gelachen zeg." Toch zijn de bijeenkomsten in Schlemmer serieus genomen. Balkenende verwerkt in die tijd de ideeen tot stukken die hij via voorlichter Jack de Vries ergens in een krant probeert te krijgen. Klinkt werkt later als directeur van het wetenschappelijk instituut de ideeen van ‘Schlemmer’ uit. Hun werk vormt de basis van de ‘herprogrammering’ van het CDA.

<p> </p>

Balkenende

Klink en Frissen zijn het eens. Het moet Jan Peter Balkenende worden. De volgende dag zit Klink in het programma Buitenhof waar presentator Rob Trip hem vraagt of hij nog iemand weet die de de partij moet gaan leiden. “Ja”, zegt Klink. “Ik vind Jan Peter Balkenende heel geschikt.” Hij noemt ook nog even Van Geel. Niet toevallig, vindt Hillen. Klink ziet in Balkenende de man die het geherformuleerde gedachtengoed van het CDA kan bewaken.

De dag ervoor is Klink parlementair verslaggever Ferry Mingelen nog tegengekomen na het partijbestuur vergadering. Klink staat met Balkenende onder een paraplu bij Ferry Mingelen. Die vraagt hoe het nu verder moet, waarop Klink grapt: "Jan Peter misschien?" Waarbij Ferry een stap terugdeed en hem opnam alsof hij hem nog nooit had gezien en zei: ‘nou volgens mij moet jij dat niet doen. Daar ben je niet mediageniek genoeg voor’. Nu zegt Klink daarover dat hij toen écht een grap maakte. Maar in het gesprek met Frissen in de nacht van zaterdag op zondag meer en meer aan Balkenende ging denken.

<p>Hotel Lapershoek</p>

Extra vergadering

Een extra partijbestuursvergadering de dag erna, op maandag 1 oktober, moet beslissend zijn. Voor de deur van Hotel Lapershoek in Hilversum zwermt de pers, die van de bestuurders wil weten wie het moet gaan worden. Die ochtend heeft de fractie Balkenende snel gekozen tot haar nieuwe fractievoorzitter. Maar nu wil een deel van het partijbestuur juist de katholieke Pieter van Geel uit Brabant. Klaver komt aan in Hilversum, zenuwachtig: “We hoopten dat we een stapje verder zouden komen. Zaterdag waren we toch wat geschokt uit elkaar gegaan."

Klink schetst een erg geladen sfeer, al bij binnenkomst. Wat betreft de inhoud is iedereen het wel eens, maar over wie het moet gaan doen bestoken de provincies elkaar met keiharde bijdragen. De Limburgse Léon Frissen krijgt er soms pijn van in zijn maag, zo hard ging het. Van Rij en De Hoop Scheffer zijn allang geen kandidaten meer. Het gaat tussen Balkenende en Van Geel. “Nagelbijtend zat iedereen naar elkaar te kijken”, schetst Henk Klaver.

Intussen zit Hans Hillen vanuit huis driftig te bellen en te sms-en. Net als Jack de Vries, die niet in Hilversum is omdat hij samen met De Hoop Scheffer is opgestapt. De bloedgroepen die het CDA zo vaak kenmerken, raken op de achtergrond. Groningen, Drenthe en Overijssel zijn voor de katholieke Van Geel, het katholieke Limburg is voor de gereformeerde Balkenende. Maar de stemmen staken: de ene helft is voor Van Geel, de andere helft is voor Balkenende.

Gerrit Braks, de leider van de Eerste Kamerfractie kondigt aan dat ze er voor half tien uit moeten zijn, dan kan het nog mee met het tien uur journaal. Hij stelt voor: Balkenende op 1 wegens zijn Haagse ervaring, Van Geel op 2. Dan maakt Maria van der Hoeven zich sterk voor de positie van de vrouwen op de lijst. Het wordt -weer- een compromis. Balkenende op 1, Van der Hoeven op 2, Van Geel op 3. Dat gaat mee met het journaal van tien uur.

Volgens Hillen was dàt bepalend. Dat Limburg achter de gereformeerde Balkenende stond, was al bijzonder, maar dat het katholieke Brabant hem ook steunde, gaf de doorslag. Frissen is het met hem eens: “Brabant trok de rivier over!” Ab Klink relativeert. “Bij de stemming had Balkenende gewoon de meeste provincies achter zich." Maar Hillen houdt vol. “Hij doet wel eens alsof hij hier zomaar in beland is, maar dat is toneelspel. Dan kijk ik hem aan en zeg: ‘Kom op Jan Peter, we weten toch allemaal hoe het gegaan is’."

Epiloog
(Eén van de eerste dingen die lijsttrekker Balkenende doet, is Jack de Vries terughalen als spindoctor. Zeven maanden later wint het CDA de verkiezingen en formeert Balkenende zijn eerste kabinet. Hij is jong en laat zich niet van zijn stuk brengen. En intussen is hij premier van zijn vierde kabinet).

<p>H. Hillen</p>

Geïnterviewden

Lans Bovenberg

Jack de Vries

Léon Frissen

Henk Klaver

Ab Klink

Hans Hillen

Bronnen & Literatuur

Literatuur:

Rij, Marnix van. Duizend dagen in de landspolitiek. (Uitgeverij Meulenhoff, 2002)

Beeld:
Archief Beeld & Geluid Hilversum

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: