Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
23 september 2017

Verborgen verleden: Claudia de Breij

Claudia de Breij in Verborgen verleden


De Zeven Steegjes

Aan de Oudegracht in Utrecht liggen de Zeven Steegjes, lange tijd een van de armste plekken van de stad. In 1842 begint de katholieke kerk hier de bouw van ruim honderd kleine huisjes voor de arme kinderrijke families van de parochie.

Sloppen
Doodlopende sloppen in Utrecht zijn halverwege de negentiende eeuw een grote bron van zorgen voor zowel het stadsbestuur als de katholieke kerk. De armen wonen hier dicht op elkaar in erbarmelijke omstandigheden. In die tijd sterven ook duizenden inwoners van Utrecht aan besmettelijke ziektes zoals cholera.

Met de nieuwe huisjes in de Zeven Steegjes kan de kerk haar gelovigen een beter onderdak bieden. De bouw vindt plaats in drie fases, in 1842, 1850 en 1867. In 1860 wijst het stadsbestuur nog een nieuw bouwplan af, omdat de straten te smal en doodlopend zijn. De angst voor besmettelijke ziektes speelt hierbij een rol.

Veel armen halen in die tijd hun drinkwater nog uit de gracht, die ook dient als riool. Dat moet ook anders. In de jaren vijftig van de negentiende eeuw groeit het besef dat cholera wordt veroorzaakt door vies water en slechte hygiëne. In de Zeven Steegjes moeten de bewoners daarom toegang hebben tot een waterpomp.

Volksbuurt
De woningen in de Zeven Steegjes bieden beter onderdak dan de sloppen, maar zijn nog verre van ideaal. Ze zijn heel klein, zo’n 45 vierkante meter, en huisvesten vaak gezinnen met meer dan tien kinderen. Zij hebben geen eigen keuken of wc, maar moeten met de hele straat één buitentoilet delen. Jan de Kleijn wordt in 1915 in de Zeven Steegjes geboren. “Wij woonden in een krot dat 1,50 gulden huur in de week kostte”, vertelt hij in 1992 in een radiodocumentaire van de VPRO.

Doordat de steegjes zo dichtbevolkt zijn, groeien ze uit tot een hele bedrijvige volksbuurt met eigen kroegjes en winkeltjes. Het is een echte arbeiderswijk, de inwoners werken veelal in de nabijgelegen sigarenfabriek, bierbrouwerij of de suikerfabriek.   

12 mei 1992

De Zeven Steegjes, VPRO

Zeven steegjes
Bekijk Video
55 min

Socialisten
Eén straat in De Zeven Steegjes is geen eigendom van de kerk: de Korte Rozendaal. De Maatschappij tot Verbetering der Woningen bouwt hier in 1859 tien huizen voor arme arbeiders van de fabrieken. Onder hen zijn veel socialisten. Door de grote mate van verzuiling in Nederland leven de socialisten gescheiden van de katholieken in de Zeven Steegjes.

Eigen wc
In de jaren vijftig trekt de katholieke kerk haar handen af van de volksbuurt. De gemeente koopt alle huisjes over. Vanaf dat moment dreigt de sloop voor de Zeven Steegjes, maar de bewoners gaan de barricades op voor het behoud van hun wijk. Ondertussen dwingen ze ook betere woonomstandigheden af bij het stadsbestuur. 

Alle huisjes in de Zeven Steegjes krijgen in 1952 hun eigen wc. In 1972 volgt een eenvoudige renovatie. Pas in 1994 - wanneer het stadsbestuur besluit om De Zeven Steegjes definitief te behouden – wordt de hele wijk opgeknapt. Als een van de laatste echte volksbuurtjes binnen de Utrechtse singels krijgt de wijk de status van sociaal monument.

28 augustus 1991

De Zeven Steegjes, NOS

De zeven steegjes
Bekijk Video
2 min

Werken op de werf

In 1661 koopt de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het eiland Oostenburg aan het IJ. De compagnie heeft de grond nodig voor een nieuwe scheepswerf, want haar oude werf bij het Rapenburg barst uit zijn voegen.

VOC
Het succes van de scheepsbouw tijdens de Gouden Eeuw blijft in het buitenland niet onopgemerkt. In de zeventiende eeuw kopen veel landen hun schepen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, omdat de prijzen relatief laag zijn en de kwaliteit hoog. Zo plaatst de Franse koning in 1626 een bestelling voor vijf grote oorlogsschepen.

De werf op Oostenburg groeit in de zeventiende eeuw uit tot het centrum van de scheepsbouw. De VOC beschikt in haar hoogtijdagen over zeven scheepswerven in de hele Republiek, waaronder in Rotterdam en Middelburg, maar de werf in Amsterdam is veruit de imposantste. Ongeveer de helft van alle VOC-schepen wordt hier gebouwd.

21 september 1997

Scheepsbouw in de Gouden Eeuw, NOT

Scheepsbouw in de Gouden Eeuw, NOT
Bekijk Video
9 min

Veertien dagen
De scheepswerven in Amsterdam bieden veel werkgelegenheid en hebben daardoor een grote aantrekkingskracht op migranten. Onder hen zijn veel Scandinaviërs die in eigen land weinig perspectief hebben, maar op de werven aan de slag kunnen als scheepstimmerman, smid of zeilmaker. 

Het werk biedt niet veel zekerheid, want de meeste scheepswerven geven enkel contracten uit voor een periode van veertien dagen. Alleen als er voldoende werk is, worden de contracten verlengd. Maar de VOC-werven zijn de grootste in hun soort en in de Gouden Eeuw is daar altijd wel werk te vinden in onderhoud, reparatie of nieuwbouw van schepen. Bovendien zijn de arbeidsomstandigheden niet slecht, de werknemers krijgen gratis bier en tabak.


Scandinavische buurt
Ook op de schepen van de VOC zijn veel migranten uit Scandinavië te vinden. In de Republiek wonen niet genoeg mensen om aan de enorme vraag naar zeelieden te voldoen. Bovendien is het een risicovolle beroepstak. Niet iedereen wil zijn leven wagen op zee. Een aanzienlijk deel van de soldaten en zeelieden op de VOC-vloot komt uit Zweden, Noorwegen of Denemarken.

Opvallend is dat veel Scandinaviërs – in tegenstelling tot migranten uit andere landen – zich na afloop van hun contract op zee of op de werf permanent vestigen in Amsterdam. Ze wonen bijna allemaal bij elkaar in de buurt van de Nieuwmarkt, dichtbij de scheepswerven.

Credits
  • Anne Verwaaij
Bronnen

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: