Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
Sanne Boersma fietst langs de East Side Gallery
De "Entenschnabel", de straat Am Sandkrug waar de muur geheel omheen werd gebouwd

Eendenbek

De vijfde route begint tussen Glienicke en Hermsdorf, waar de Sovjets tijdens de bouw van de Muur lieten blijken dat ze geen millimeter grond zomaar zouden opgeven. De ‘Entenschnabel’ oftewel ‘Eendenbek’ is een straat die van oudsher bij de regio Brandenburg hoorde en na de opdeling van Duitsland bij de Russen was ondergebracht. Op één kant na was de straat omringd door West-Berlijns gebied. In 1961 werd de Muur hermetisch om de straat en huizen heen gebouwd, waardoor vanuit de lucht de vorm van een eendenbek ontstond. Nog altijd draagt het deze naam. Zo zag de Entenschnabel er rond 1980 uit.

Herinneringspaal voor de "Entenschnabel" (2011)

“Ik patrouilleerde in een Trabant langs de Muur”

De straat is nu een mengeling van oude huizen en moderne villa’s. Bij een van de oudere huizen komt een man naar buiten voor de post. De 67-jarige Peter, die zijn achternaam liever niet noemt, woonde destijds net buiten de eendenbek in de toenmalige DDR-wijk Glienicke en kwam hier na de val van de Muur wonen. Op zijn achttiende ging hij het leger in en werkte als grenssoldaat. “Ik patrouilleerde in een Trabant langs de Muur”, zegt Peter. Volgens hem was het altijd rustig bij de Muur en heeft hij nooit daadwerkelijk in actie hoeven komen.

Anderhalf jaar was het verplicht om in het leger te dienen, maar Peter bleef drie jaar. “Voor het geld, want het verdiende goed”, zegt hij. Na zijn dienst is hij als vrachtwagenchauffeur gaan werken. Een kritische blik op het leven in de DDR kan ik bij hem niet bespeuren, maar op de situatie nu wel. Het is er na de hereniging van Duitsland niet beter op geworden volgens hem. “Nu komen hier zoveel vreemden op af”, beklaagt hij zich en wijst naar de nieuwere huizen in zijn straat. Met vreemden heeft hij het over mensen uit West-Berlijn en andere delen van Duitsland die hier komen wonen. ““De mensen uit het Westen zijn heel afstandelijk,” zegt hij, “en ze voelen zich nog altijd beter dan wij. Vroeger hadden we hier in de buurt straatfeesten, maar dat gaat nu niet meer. We zijn te verschillend.” Dan vindt Peter dat hij wel genoeg heeft gepraat, mompelt dat hij nog werk te doen heeft vandaag en zegt wat abrupt gedag.

Een overblijfsel van de Muur in één van de achtertuinen in de ‘Entenschnabel’ (2011).

"Dit was een buurt van partijleden"

Meneer Cliqué, die ik verderop in de straat tref voor het huis van zijn dochter, wuift de kritiek van Peter op de buurt weg. “In de jaren met de Muur woonden hier mensen die heel trouw waren aan de DDR, veel partijleden, maar die wonen hier ondertussen niet meer”, aldus meneer Cliqué. Hij legt uit dat hier alleen mensen mochten wonen waarbij het risico zo klein mogelijk was dat ze naar het Westen zouden vluchten. De Muur stond namelijk zo dicht op de huizen en er waren geen wachttorens. De bewoners werden bij de enige ingang van de straat op de Oranienburger Chaussee gecontroleerd. Bezoekers werden alleen toegelaten met een speciaal toegangsbewijs.

Cliqué laat me graag het muurrestant in de achtertuin van zijn dochters huis zien. Nu dient het stuk Muur ervoor om de hoger liggende stukken grond achter de tuin te ondersteunen. Je zou niet denken dat dit stuk beton verscholen achter de planten nog een origineel stuk van de Muur is.

"We hebben altijd angst gehad voor de Russen"

In de achtertuin vertelt meneer Clicqué dat hij een echte Berlijner is, maar met een Beiers kenteken op zijn auto. Hij verklaart: “Dat komt nog door de Muur. Toen het een aantal jaren na de bouw van de Muur weer mogelijk was om met de auto naar West-Duitsland te reizen, heb ik een huisje gekocht in Beieren. In het geval van nood zouden we dan weg kunnen uit Berlijn. Alle belangrijke papieren heb ik daar geregeld.” Clicqué vertrouwde de situatie in West-Berlijn destijds helemaal niet. “We hebben altijd angst voor de Russen gehad. We dachten dat ze West-Berlijn toch zouden bezetten. De tanks stonden klaar”, vertelt Clicqué. “Niets was zeker in die tijd. Na de Wende zijn er lijsten gevonden met de namen van personen die als eerste gearresteerd zouden moeten worden. De Russen hadden daarvoor concrete plannen.”

In de zomer van 1961 was Clicqué met zijn vrouw en vierjarig dochtertje op vakantie in Hesse bij Frankfurt a/d Main. Hun zoontje van twee bleef bij opa en oma in Berlijn. “We zijn ontzettend geschrokken die dag, want we hadden geen idee of we nog wel terug konden naar huis”, aldus Clicqué. Dit bleek wel het geval. Ze woonden in de buurt van de Brunnen- en Bernauerstrasse, waar de Muur op tweehonderd meter afstand van hun huis kwam te staan. “Ja, es war eine verrückte Zeit’”, concludeert Clicqué.

De Muur en grensstrook bij het dorp Lübars en grensovergang Qualitz op de Blankenfelder Chaussee in 1969 (foto: Landesarchiv Berlin, Karl‐Heinz Schubert, nr. 137044)

Vluchten door een tunnel

De voormalige Mauerweg loopt van de Entenschnabel achter de Veltheimerstrasse langs. In 1963 vluchtten dertien mensen hier via een vijftig meter lange tunnel naar het Westen. Nadat de tunnel was ontdekt, werd ook de westerse zijde van de straat met grote schijnwerpers verlicht. Van de tunnel is geen spoor meer te vinden.

Zicht over de velden vanaf de voormalige grensovergang Qualitz op de Blankenfelder Chaussee (2011)

Het mooiste dorp van Duitsland

De Muur stak vervolgens het natuurgebied Tegeler Fließtal in. Het fietspad loopt ten noorden van dit gebied, terwijl de Muur in het midden heeft gestaan. Wie rechts van het fietspad even tussen de bosjes doorsteekt, pakt het fraaie uitzicht over de velden mee.

Twee herders met een kudde schapen staan ten midden van de groene idylle. Ook hier vergeet je gauw dat die hoge Muur van beton in het midden van het landschap stond. Waar het fietspad afbuigt, ligt links achter de bermbegroeiing een meertje verscholen. Even verderop rechts ligt het dorpje Lübars dat in 2004 als mooiste dorp van Duitsland werd gekozen. Oude foto’s laten zien hoe de Muur hier door de velden stak vanaf grensovergang Qualitz op de Blankenfelder Chaussee.

Zicht over de Muur en grensstrook bij Rosenthal in 1976. (foto: Landesarchiv Berlin, M. Jacoby nr. 190871)

Alleen de tram is nog herkenbaar

Nog even volg ik het fietspad door het groen en dan doemt plotseling de ‘Alex’ in de verte op, de grote televisietoren op Alexanderplatz in het midden van de stad. Ik ben op de terugweg besef ik me, want niet ver daarachter is de East Side Gallery, waar ik de route langs de voormalige Mauerweg begon. Nog zo’n 25 kilometer te gaan.  Het is over met de idylle als ik weer in bewoond gebied arriveer. Waar de grens de Quickborner Strasse overstak, is in 1976 een foto genomen vanaf het Westen richting Rosenthal in het Oosten. In de verte staat de tram bij de halte.

Op dezelfde locatie in 2011, alleen de tram in de verte komt nog overeen.

Langer Jammer

Nu is het beeld hier totaal anders, maar de tram rijdt er nog steeds.
Aan de westkant bevindt zich het zogenaamde Märkische Viertel, een stel hoge flats die in de jaren zestig zijn gebouwd. Het betonnen complex werd van het begin af aan bekritiseerd om de monotone uitstraling en het grootste gebouw kwam bekend te staan als ‘langer Jammer’. Toch was het destijds een mooie kans voor veel mensen om van een oud huis in de binnenstad, vaak nog met gedeelde sanitaire voorzieningen, te verhuizen naar een modernere woning.

"Ik ben het me nog altijd bewust als ik de grens passeer"

Bij het grote busstation naast het Viertel, waar de grens vroeger de Wilhelmsruher Damm versperde, ontmoet ik meneer en mevrouw Groger. Mevrouw Groger vindt het leven zonder de Muur nog elke dag “ein Wunder”. “Het was vreselijk. We wonen in één van de flats hierachter en konden over de Muur de grenssoldaten door hun verrekijker zien gluren,” aldus mevrouw Groger. “Ook hoorden we de schoten toen iemand probeerde te vluchten en werd neergeschoten.”

De stad hield voor hen abrupt op bij deze grens op de Wilhelmsruher Damm. Meneer Groger zegt over de opdeling van de buurt, nog altijd met verwondering: “De mensen die aan de andere kant van de Muur woonden leken zo ver weg, in onze hoofden tenminste, terwijl ze eigenlijk heel dichtbij waren.” Nu wonen de kinderen van meneer en mevrouw Groger aan de voormalige oostkant. “Onze kleinzoon is er geboren”, zegt meneer Groger glimlachend. “Toch ben ik me er altijd nog van bewust als ik hier de voormalige grens passeer. Ik bedenk me nog altijd dat controle niet meer nodig is.” Hij beweegt zijn arm naar zijn binnenzak waar altijd zijn identificatiebewijs opgeborgen zat.

Het nieuwe contact tussen de mensen uit het voormalige Oosten en Westen na de val van de Muur zorgde in de eerste jaren wel voor moeilijkheden, beaamt het stel. Mevrouw Groger vertelt over haar bezoek aan een fysiotherapeut uit het voormalige Oosten: “In het jaar na de val van de Muur werd ik voor fysiotherapie naar een gezondheidscentrum hier aan de overkant van het spoor in het voormalige Oosten verwezen. De fysiotherapeut die mij moest behandelen keek naar mij en had blijkbaar zoiets van ‘oh, zo één uit het Westen’. Hij heeft geen woord tegen me gezegd! Ja, zo lastig waren de eerste contacten.“

Toch vinden ze dat de hereniging van Duitsland ondertussen geslaagd is. “Door verschillende visies had het tijd nodig. Een bepaalde manier van leven die lange tijd is aangeleerd, laat je niet zomaar los. Daarom duurde het wel even voordat we echt weer waren verenigd.”

"De Muur was een Duitse zaak. Ons kon het niets schelen"

Ik volg de route langs een spoorweg in de richting van S-Bahnhof Wilhelmsruh. Niet hier langs de route, maar in Kreuzberg heb ik de Koerdisch-Duitse Nazim Civilibal leren kennen. In 1976 kwam hij op 6-jarige leeftijd met zijn familie in Reinickendorf wonen. Na een cursus Duits in Ankara kwam zijn vader eerst zonder zijn gezin naar West-Berlijn om samen met een Duitse leraar de nieuwe immigrantenkinderen uit Turkije les te geven. Een paar jaar later volgde het gezin. Reinickendorf was een nette én witte wijk aan de Muur in West-Berlijn. “Het ging al rond in de wijk dat er een Turkse familie zou komen wonen met heel veel kinderen”, zegt Civilibal lachend, “terwijl we maar met z’n drieën waren. Mijn zus, broertje en ik waren wel behoorlijk exotisch in de klas als enige donkere kinderen.”

Het gezin kwam naast de Muur te wonen, maar volgens Civilibal speelde dat geen rol in hun leven. “De muur was een Duitse zaak. Zoals de Duitsers zich niet om ons bekommerden, deden wij dat niet om hen”, aldus Civilibal. Het gezin Civilibal ging vaak met de U-bahn van Reinickendorf naar Kreuzberg, dé immigrantenwijk van toen. Iedere keer passeerden ze dan het tussenliggende oostelijke stadsdeel Mitte waar de trein een paar stations doorreed. “Als kind was het leuk en spannend. De trein zoefde de perrons voorbij en op ieder perron zag je soldaten staan”, herinnert Civilibal zich. Op het station Friedrichstrasse was het mogelijk om uit te stappen en kochten ze in het winkelcentrum goedkoop sigaretten, vertelt hij.

Op zijn negentiende viel de Muur. “Het voordeel voor ons allochtonen was dat we niet meer als de laagste groep in de rangorde werden gezien. De ‘Ossies’ kwamen onder ons te staan”, aldus Civilibal. “Er ontstonden veel ergernissen tussen de mensen uit het voormalige Westen en Oosten. De ‘Wessies’ vonden dat de ‘Ossies’ lui waren en niet konden werken, de ‘Ossies’ vonden daarentegen dat de ‘Wessies’ arrogant waren. Wij stonden daar als allochtonen helemaal buiten.” Maar in de voormalige oostelijke stadsdelen heerste in de jaren na de hereniging ‘Ausländerfeindlichkeit’, oftewel vreemdelingenhaat. Voor allochtonen was het gevaarlijk. Civilibal vertelt: “Ik begon rond die tijd met mijn studie in Lichtenberg, het voormalige Oosten. Op een avond nam ik met mijn toenmalige vriendin de metro en stonden er opeens wel vijftien Nazi’s in de coupé. Ik schrok enorm, pakte mijn vriendin vast en sprong nog net op tijd met haar de metro uit. Dat was niet goed afgelopen als ik was blijven staan.”

S-Bahnhof Wilhelmsruh, 2011

S-Bahnhof Wilhelmsruh ten noorden van Reinickendorf is een dieptepuntje op de route langs de Mauerweg. Een groepje mannen zit op plastic stoelen voor het station bier te drinken, achter hen ligt een groot veld met een verkooppunt voor tweedehandsauto’s en er komen types voorbij die je liever niet alleen in het donker tegenkomt. Een louche buurtje.

Studio am Stacheldraht, ca. 1965

Studio am Stacheldraht

Maar op de foto uit 1966 van het station staat een interessant bord achter de betonblokken en het prikkeldraad. De boodschap op het bord is net onleesbaar, maar kwam van de luidsprekersdienst ‘Studio am Stacheldraht’. Zij reden vanaf de bouw van de Muur met busjes langs de grensstrook en zonden door luidsprekers berichten naar het Oosten. De luidsprekersdienst was door de West-Berlijnse overheid in het leven geroepen en gefinancierd. Het doel was het informatie-vacuüm waarin de Oost-Berlijners terechtkwamen te doorbreken. Luister hier, hier en hier naar originele Stacheldraht-berichten. Kijk en luister hier naar Heinz Gerull, de laatste redacteur van Studio am Stacheldraht.

Studio am Stacheldraht, ca. 1965

Daarnaast probeerden ze de DDR-grenssoldaten over te halen niet op vluchtelingen te schieten. Ze plaatsten daartoe ook borden met: "Deutsche, schießt nicht auf Eure Landsleute!" Van beide kanten bestookten West- en Oost-Berlijn elkaar op de grens met berichten door luidsprekers. Deze ‘luidspreker-oorlog’ woedde voornamelijk in de eerste jaren na de bouw van de Muur. Op den duur bleken de installaties van de DDR niet op te kunnen tegen die van de “Wessies”, die met één van hun installaties een reikwijdte van meer dan vijf kilometer hadden. Met harde muziek verstoorde ‘Studio am Stacheldraht’ o.a. bijeenkomsten van het DDR-leger.

‘Studio am Stacheldraht’ actief bij viaduct naast S‐Bahnhof Wollankstrasse, 1961 (foto: Landesarchiv Berlin, Horst Siegmann, nr. 78069)

De voormalige Mauerweg loopt vanaf S-Bahnhof Wilhelmsruh achter een rij van schuurtjes langs waar iedere voorbijganger nog altijd in de gaten wordt gehouden, maar dan door moderne surveillance camera’s. Ik vervolg de weg over een fietspad met aan beide kanten een hek, waardoor ik me hier aardig goed de voormalige grens voor kan stellen. Ik kom hier niemand meer tegen die voor het plezier een stukje aan het fietsen of wandelen is. De aangelegde parkjes langs de weg richting S-Bahnhof Wollankstrasse maken de route weer wat aangenamer. Ook op een foto uit 1961 van het viaduct naast S-Bahnhof Wollankstrasse, vandaag het eindpunt van mijn route, staan de luidsprekers van ‘Studio am Stacheldraht’ opgesteld.

Zelfde locatie bij S-Bahnhof Wollankstrasse, 2011

Terwijl de luidsprekersdienst in de eerste jaren na de bouw van de Muur nog moeite deed om de mensen aan de oostkant te bereiken, gaf meneer Groger op deze route te kennen hoe ver weg de mensen aan de andere kant van de grens leken. Waarschijnlijk kwam het hierdoor dat het nieuwe contact tussen de ‘Ossies’ en ‘Wessies’ in de jaren na de hereniging van Berlijn wel even tijd nodig had om te normaliseren. Anno 2011 lijkt dit aardig geslaagd, maar volgens de één nog altijd meer dan volgens de ander.

Route en informatie:

Van Hermsdorf naar Wollankstrasse: 16,5 kilometer
Startpunt: S-Bahnhof Hermsdorf S1
Eindpunt: S-Bahnhof Wollankstrasse S1

Gedetailleerde routegids: ‘Berliner Mauer-Radweg’, Michael Cramer, 2009

Website: Mauerweg.com

Gedenkplaatsen op de route:

- Gedenkkruis, Herbert Bauer (1952) en Michael Bittner (1986), Oranienburger Chaussee

- Gedenkkruis Horst Frank, 1962, Klemkestrasse

‘Studio am Stacheldraht’ actief bij viaduct naast S‐Bahnhof Wollankstrasse, 1961 (foto: Landesarchiv Berlin, Horst Siegmann, nr. 78069)
De Muur en grensstrook bij het dorp Lübars en grensovergang Qualitz op de Blankenfelder Chaussee in 1969 (foto: Landesarchiv Berlin, Karl‐Heinz Schubert, nr. 137044)
Credits
  • Sanne Boersma

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie:

Meer Andere Tijden