Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
Mekka tijdens de Hadj van 1885 (foto: Chr. Snouck Hurgronje)
© Chr. Snouck Hurgronje

"nadelige invloed op de bevolking"

De undercover-journalistiek moest nog worden uitgevonden, maar Christiaan Snouck Hurgronje paste hem in 1885 al toe. Het was een lang gekoesterde wens van de in 1880 in Leiden op 'Het Mekkaansche feest' cum laude afgestudeerde arabist en islamoloog. Hoe Snouck dacht over de Mekka-gangers verwoordde hij duidelijk in één van zijn stellingen: "waar in Nederlands-Oost Indië de hadji's een nadelige invloed uitoefenen op de bevolking, daar behoort men zo gestreng mogelijk de bepalingen toe te passen, ook met het doel het aantal Mekkagangers te doen verminderen."

In 1884 werd Snouck Hurgronje, die vloeiend Arabisch sprak, als adviseur aangesteld van het Indische gouvernement. Zijn eerste opdracht was om naar Mekka te gaan en de Indonesische hadj-gangers te bespioneren. In de havenstad Djedda, op 75 kilometer van Mekka, overtuigde hij de daar heersende Turkse gouverneur van zijn oprechte bedoelingen om als moslim de hadj naar Mekka te ondernemen. De gouverneur geloofde hem. Op 5 januari 1885 liet Snouck zich besnijden en nam hij de naam 'Abdel Ghaffar' aan: dienaar van de alles vergevende.

Snouck Hurgronje verbleef in Mekka van februari tot augustus 1885. Als spion/onderzoeker was hij voorzien van de modernste technische snufjes. Zo bezat hij een in 1882 ontwikkelde zogeheten revolver-camera, waarmee razendsnel en ongezien zes foto’s achter elkaar gemaakt konden worden.

Wellicht dat je nu met zo’n apparaat in Mekka juist de aandacht trekt, maar in 1885 werkte het voor Snouck perfect. De meeste moslims lieten zich destijds in Mekka niet in het openbaar fotograferen. Behalve voor enkele studioportretten, was de onderzoeker dus aangewezen op zijn 'revolver-camera'. In 1888/89 werden onder de titel 'Mekka' in vier kloeke delen het reisverslag en de foto’s in het Duits uitgegeven. Originele exemplaren worden nu op veilingen aangeboden voor rond de $ 50.000. Lees hier meer over de foto’s van Snouck, die ook in de Arabische wereld geëxposeerd worden. Overigens was Snouck niet de alleereerste die foto's van Mekka en de hadj maakte. Dat was Muhammad Sadiq Bey, een Egyptische ingenieur die hem in 1880 voorging.

Begin augustus 1885, vlak vóór de eigenlijke hadj, werd Snouck door de Turkse gouverneur uitgewezen omdat hij vreesde voor zijn veiligheid. Op grond van een Frans krantenbericht werd hij ervan beticht uit te zijn op de in Arabië achtergebleven bezittingen van de vermoorde Franse geleerde C. Huber. Om die reden werd hij enkele dagen voor de aanvang van de bedevaart Mekka uitgezet. Al zijn onderzoeksmateriaal liet hij achter, maar dat werd hem gelukkig later nagezonden. 

" Revolver-foto's" van Snouck Hurgronje, in 1885 gemaakt in Mekka
Revolver-foto's van Snouck Hurgronje, gemaakt in 1885 in Mekka

Huwelijk

Snouck keerde terug naar Indië waar hij zijn boeken schreef en weer in koloniale dienst trad. In 1898 werd hij adviseur van kolonel Van Heutsz, die de bevolking van het opstandige Atjeh moest onderwerpen. Van Heutsz bleek uiteindelijk niet bereid om Snouck’s adviezen op te volgen door alleen de heilige leiders hard aan te pakken en daarna een verlicht koloniaal bestuur te vestigen. Onder houwdegen Van Heutsz ontaardden de Atjeh-oorlogen in gruwelijke bloedbaden.

In 1890 sloot Snouck Hurgronje een islamitisch huwelijk met de dochter van de hoofd-panghoeloe van Tjiamis, een huwelijk waarover hij in Indië en Nederland fel bekritiseerd werd. Snouck verdedigde zich door te stellen dat hij alleen door een huwelijk in staat was om alle facetten van een islamitisch huwelijksceremonieel te onderzoeken: hij was gewoon weer de participerende onderzoeker geworden. Snouck onderzocht blijkbaar ook de verdere details van het huwelijk, want er kwamen vier kinderen uit voort. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij in 1903 opnieuw met een moslima. Van haar kreeg hij een zoon.

In 1906 keerde Snouck Hurgronje verbitterd en zonder gezin of kinderen terug naar Nederland. Hij kon het niet vinden met de toenmalige gouverneur-generaal Van Heutsz, met wie hij al tijdens de verovering van Atjeh voortdurend in conflict was gekomen. De breuk met Indië was zelfs zo rigoureus, dat Snouck zijn Indonesische familie en kinderen verbood contact met hem op te nemen en (her)trouwde met een Nederlandse. Ze kregen een dochter die naar vader Christien genoemd werd.

Snouck Hurgronje werd hoogleraar in Leiden en ontwikkelde zich tot een steeds grotere criticaster van het koloniale bestuur. In 1923 pleitte hij in De Gids voor een "krachtige hervorming van de staatsinrichting van Nederlands-Indië" waarbij "men moest breken met de opvatting van morele en intellectuele minderwaardigheid der inheemsen" en hen "vrije vertegenwoordigende lichamen en zo groot mogelijke autonomie" moest toestaan. In 1936 overleed hij op 79-jarige leeftijd. Zijn boeken over Mekka bleven decennialang een standaardwerk, waarvan in 1931 een Engelse vertaling verscheen. In 2007 werd 'Mekka' voor het eerst in het Nederlands (her)uitgegeven.

Snouck Hurgronje rond 1930
Snouck Hurgronje rond 1930

Filmpremière

De première van de film 'Het groote Mekka-feest' vond plaats op 8 november 1928 in Leiden. De belangstelling was enorm. Uit het verslag van Het Vaderland blijkt dat de complete nationale 'beau monde' van die tijd bij de première aanwezig was, inclusief de toen 19-jarige prinses Juliana. Als ‘duider’ sprak vooraf -hoe kon het ook anders- prof. dr. Christiaan Snouck Hurgronje. Als iemand de islam destijds van binnen én buiten kende, was het Snouck Hurgronje wel.

De maker, Georg Krugers, was directeur van de 'Java Film Company'. Door het verslag in Het Vaderland hieronder krijgen we een goed begrip van de impact van de vertoonde film. Het taalgebruik, zoals een begrip als ‘negertypen’, is niet aangepast: wat nu racistisch of denigrerend klinkt, was destijds vanzelfsprekend taalgebruik.

"De koene operateur C. Krugers" zoals hij in het begin van de film te zien is
Operateur C. Krugers, zoals te zien in zijn eigen film
8 september 2016

Het groote Mekka-feest (1928, acte 2)

1
Bekijk Video
19 min

De bedevaart naar Mekka en het Mekkaansche feest

In den foyer van de Stadsgehoorzaal te Leiden is gistermiddag de film ‘De bedevaart naar Mekka en het Mekkaansche feest’ voor genoodigden vertoond. Deze film is opgenomen onder leiding van den heer G. Krügers, directeur der Java Film Company. Bij de opnamen heeft de heer Krügers zelf een zeer groot aandeel gehad, terwijl tal van moeilijkheden en groote gevaren waren te overwinnen, daar het den niet-Mohammedaan ten strengste verboden is de heilige plaatsen te bezoeken, veel minder van de jaarlijks terugkeerende plechtigheden, den Hadsj, opnamen te maken.

De film is slechts korten tijd geleden in ons land aangekomen en noch hier, noch ergens anders in Europa tot heden vertoond.

Voor deze eerste voorstelling bestond zeer groote belangstelling. Aanwezig waren o.m. de minister van Koloniën, hoofden van zijn departement en van andere departementen, de oudgouverneur-generaal van Ned.-Indië, de Ned. consul te Djeddah, tal van hoogleeraren uit Leiden en elders, prinses Juliana met haar studiegenooten, vele leden van het Oosterse Genootschap in Nederland, vertegenwoordigers van groote stoomvaartmaatschappijen, de heer Krügers, directeur der Java Film Company, enz.

Voor den aanvang der filmvertooning. heeft prof. dr. C. Snouck Hurgronje een inleiding gegeven, waarbij hij o.m. op het bijzondere karakter van deze film wees. Vervolgens stelde spreker in het licht welk een groote rol een gang naar Mekka in het leven van den Mohammedaan speelt. Een der hoofdplichten voor hem, is om minstens eenmaal in zijn leven een bedevaart naar Mekka te doen, een verplichting, aldus spreker, waarvan het hem niet moeilijk valt zich door de een of andere verontschuldiging te ontdoen. Wanneer een Mohammedaan sterft, alvorens zijn gang naar Mekka te hebben gemaakt, dan worden uit zijn nalatenschap gelden afgezonderd om een ander in zijn plaats te laten gaan.

Sinds de ontwikkeling van de stoomvaartdiensten is het aantal Mekkagangers zeer belangrijk toegenomen. Vroeger duurde zoo’n reis ongeveer drie jaar, waar velen het leven bij inschoten. Ons Oost-Indië levert een grooter contingent Mekkagangers dan welk ander land ook. Uit Java en Sumatra vertrekken ieder jaar tusschen 30 en 50 duizend bedevaartgangers naar Djeddah om vandaar naar Mekka te gaan. De plechtigheden hebben daar den 7den tot den 13den van den 12den maand van het Mohammedaansche jaar plaats.

Het feit, dat zoovele Nederlanders aan den tocht meedoen, is oorzaak, dat de Nederlandsche Regeering hare belangstelling erin toont. Voor 1872 was deze belangstelling gering, doch sindsdien is ze toegenomen. Te Djeddah is een consulaat van ons land gevestigd, in Mekka een vice-consulaat. Het doel van deze consulaten is tweeledig. In de eerste plaats om op het groot aantal Nederlanders toezicht te houden, maar ook, om zoo nodig, hulp en bijstand te verleenen.

Te Djeddah komen de pelgrims aan, vandaar gaan ze naar Mekka, om meestal vervolgens ook nog een bezoek aan de heilige plaats Medinah te brengen. Zij krijgen allen een drievoudige inenting tegen de verschillende ziekten, terwijl alle mogelijke bepalingen ter bevordering der hygiëne zijn getroffen. Te Djeddah worden de bedevaartgangers gewoonlijk door de gemachtigden der pelgrimsgidsen ontvangen terwijl de afgegeven paspoorten de controle vergemakkelijkt.

Hierna werd met de vertooning der film aangevangen. Zij begint met het vertrek van den pelgrim uit zijn kampong in Indië, men ziet hem vervolgens per trein naar de havenstad gaan, terwijl voorts het leven aan boord van een pelgrimboot uitvoerig weergegeven wordt. Dan wordt Perim gepasseerd en ziet men verder de aankomst in het quarantaine-station Kamaran.

Bijzonder fraai zijn de natuuropnamen uit de Roode Zee, alsmede de aankomst van de boot te Djeddah, waar reeds duizenden Mohammedanen zijn aangekomen. Een uitgebreid overzicht wordt vervolgens gegeven van de stad Djeddah, met haar poreuse omheining, terwijl heel duidelijk de verschillende typen van Islamieten warden vertoond. O.a. zijn opnamen gemaakt van verschillende moskeeën, o.a. van de Wahabieten, het ziekenhuis, verschillende hallen, talrijke winkelzaken en de consulaten van Engeland, Frankrijk, Perzië, Italië en Nederland, en het gebouw van de Nederlandsche Handelmaatschappij, kerkhoven, enz.

Hier na zagen wij verschillende negertypen „de koelie van Arabië", vervoer van hout, dat te Djeddah zeer duur is. de talrijke viervoetige straatbewoners, de zeer primitieve stadsreiniging, de eigenaardige wijze, waarop melk wordt vervoerd, enz.

Alvorens de vertooning der film te vervolgen gaf prof. Snouck Hurgronje hierna een uiteenzetting yan de eigenlijke bedevaart en de gebruiken, die daarbij door de geloovigen worden gevolgd. Na de deelneming aan dezen tocht naar Mekka gaan velen weer direct naar Djeddah terug, maar een groot aantal begeeft zich na afloop ook naar Medinah, niet zoozeer om een bezoek aan het graf van den profeet te brengen, dan wel om er de moskeeën te bezoeken. Vandaar gaan zij weer naar Mekka terug, waar velen hun tijdelijke verblijfplaats vinden, ofwel om er hun ouden dag door te brengen, ofwel om hun landgenooten te exploiteeren.

Spr. bracht ten slotte den heer Krügers hulde voor hetgeen hij heeft weten te bereiden, hetgeen nog geen Nederlander vóór hem heeft bereikt, en dr. Vermeulen voor fijne bemoeiingen, die er veel toe hebben bijgedragen, dat de film thans naar ons land is gekomen.

De drie laatste afdeelingen der film vertoonen den tocht der bedevaartgangers van Djeddah door de woestijn naar Mekka, zoowel op kameelen als te voet en een uitvoerig overzicht van Mekka zelf en het knielen en buigen der geloovigen voor de met het heilige kleed behangen Kaba. Ook wordt getoond het werpen met steentjes door de bedevaartgangers, waarmede zij al het kwade van zich werpen. Tenslotte wordt weergegeven de gang naar Medinah en de terugtocht over Mekka, Djeddah naar Indië.

Behalve dat de beelden om hun groote zeldzaamheid uiterst belangrijk zijn, is de film zelf technisch zeer goed verzorgd. De beelden zijn ondanks de groote moeilijkheden bij de opneming ondervonden zeer scherp terwijl bovendien tal van prachtige natuurtafereelen uit dit voor velen onbekend gebied worden vertoond.

Aan het slot werd luide geapplaudisseerd.

8 september 2016

Het groote Mekka-feest (1928, acte 3)

1
Bekijk Video
18 min
GrooteMekkafeest
Het Groote Mekka-feest
Credits
  • Marnix Koolhaas

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: