Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
7 februari 2009

Provo in de pers

Provo in de pers
Bekijk Video
26 min

Het Witte Fietsenplan, de happenings bij het Lieverdje en Robert Jasper Grootveld, de anti-rookmagiër. Ziedaar de nagedachtenis aan Provo. Deze protestbeweging ziet de straat als haar strijdtoneel en is het symbool van de roerige jaren zestig.

De happenings- spontane manifestaties- die Provo organiseert mogen doorgaans rekenen op hard politieoptreden, en daar komt pers op af. De Nederlanders maken kennis met het fenomeen Provo via radio, kranten en televisie. Minder bekend is dat er veel aandacht is van de buitenlandse pers voor Provo. Vooral na de rookbom en de rellen tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus wordt Provo internationaal nieuws.

<p> </p>

Provo provoceert

1965, het is een roerige tijd in Amsterdam. Provo wordt op 25 mei opgericht onder invloed van de happenings die Robert Jasper Grootveld organiseert bij het beeld Het Lieverdje op het Spui in Amsterdam. Oprichters Roel van Duijn, Martijn Lindt en Rob Stolk ontlenen de naam aan het proefschrift van Wouter Buikhuisen die het begrip ‘provo’, afgeleid van provoceren, introduceert. De Provobeweging organiseert happenings op straat en provoceert op anarchistische wijze het gezag. Ze zetten zich af tegen de vastgeroeste gezagsverhoudingen in de maatschappij. Met opvallende ideeën proberen ze oplossingen aan te reiken voor allerlei maatschappelijke problemen op het gebied van ecologie en milieu, autoriteit, democratisering, veiligheid en emancipatie.

Met simpele acties lokken de Provo’s de autoriteiten uit tot gedrag dat veel weerstand oproept. Studente Koosje Koster deelt krenten uit op straat om op de krenterigheid van de Nederlanders te wijzen. Ze wordt door de politie afgevoerd, ontkleed en lange tijd verhoord. En dat roept weer protest op. Provo demonstreert met blanco spandoeken nadat burgemeester Van Hall leuzen verboden had. De politie weet zich geen raad met deze acties en treedt veelal onnodig hard op. Hun onvermogen voedt het succes van Provo. Er komen alleen maar meer sympathisanten en nieuwsgierigen op de happenings en demonstraties af.

Provo heeft geen vaste organisatiestructuur, het bestaat uit losse groepen gelijkgezinden. Naast het organiseren van happenings en demonstraties, bijvoorbeeld tegen de oorlog in Vietnam, geeft Provo een maandblad uit. In het eerste nummer schrijft Roel van Duijn het artikel ‘Inleiding tot het provocerend denken’. Maar ook is er een recept in te vinden voor het maken van bommen en knalkwik. Het blad wordt in beslag genomen. Met een derde van de daaropvolgende Provopublicaties gebeurt hetzelfde.

Jasper Grootveld
Jasper Grootveld

Het huwelijk en de Telegraafrellen

Provo stelt allerlei maatschappelijke vraagstukken aan de orde, zoals de leefbaarheid van de stad, democratisering en vercommercialisering. Zo trekt ze de aandacht van de binnenlandse media en kan ze haar ideeën verspreiden. Als op 10 maart 1966 het huwelijk van Beatrix en Claus plaatsvindt gooien de Provo’s een rookbom naar de Gouden Koets. Op de beroemde foto die de hele wereld over gaat is te zien dat de bruidsstoet aan het oog wordt onttrokken door een flinke witte rookpluim.

Een paar maanden later is Provo weer volop in de publiciteit. In juni 1966 ontstaan er vechtpartijen onder bouwvakkers, omdat de ongeorganiseerden een lagere vakantie-uitkering krijgen dan mensen in vaste dienst. De politie grijpt hardhandig in en de arbeider Jan Weggelaar blijft dood op straat liggen. Uit woede over de dood van Weggelaar belegeren arbeiders en sympathisanten, waaronder veel Provo’s het gebouw van De Telegraaf. Deze krant beweert namelijk dat Weggelaar overleden is aan een hartstilstand.

Burgemeester Van Hall legt alle schuld van het bouwvakoproer en de daaropvolgende rellen bij Provo. Echter de Kamer debatteert over de gebeurtenissen in Amsterdam en concludeert dat een ontslag van hoofdcommissaris Van der Molen onvermijdelijk is. In het buitenland is nu wel duidelijk dat er echt iets aan de hand is in Nederland. Het anders zo rustige lage land verkeert in een gezagscrisis! De internationale pers stort zich op het fenomeen. Filmploegen uit Italië, België, Groot-Brittannië, Duitsland en Japan stromen het land binnen op zoek naar opstandige Provo’s.

‘Je suis la presse, monsieur!’

Die zomer besluit het BRT-programma Tienerklanken, gericht op jongeren tussen de 15 en 25 jaar, een reportage te maken over Provo. Onder invloed van de Nederlandse Provo’s zijn er steeds meer jongeren in de Belgische steden die Provo-achtige groeperingen oprichten. Het resulteert in een programma genaamd Wie Zijn De Provo’s? met daarin interviews met Simon Vinkenoog, Roel van Duijn en Rob Stolk. Hilda Verboven is hoofd productie van het programma. ‘Het was een lastige productie’, vertelt ze. ‘De Belgische en de Nederlandse politie zaten ons flink dwars. En ook de directeur-generaal van de BRT wilde de uitzending tegenhouden.’ In de uitzending is namelijk een stuk te zien uit de documentaire Omdat Mijn Fiets Daar Stond die Louis van Gasteren maakte over de Provorellen. In deze film wordt een jongeman langdurig en volledig in elkaar geslagen door een aantal agenten, terwijl hij niks te maken had met Provo. Hij wil alleen zijn fiets pakken. De directeur-generaal van de BRT eist, onder druk van de Nederlandse politie, dat de gewraakte scène uit het programma geknipt wordt. In Nederland is de film dan al verboden door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring.

Verboven voelt daar niets voor en verzint samen met haar directe baas een list. Hij zal zeggen dat de montage al af is, en Hilda bovendien een dag vrij. ‘Hij zei: “Ik ga u een telegram sturen, en je hebt het niet kunnen ontvangen, want ge waart weg.” ‘Zo kan er niet in de reportage geknipt worden. De list werkt en het programma wordt toch integraal uitgezonden op 18 juni 1966. Uit voorzorg wijst de omroepster er tevoren op dat de BRT niet instemt met de ideeën der Provo’s. De uitzending maakt heel wat kritiek los. Echter nadat het programma een prijs wint is de BRT-leiding niet meer boos op het team van Tienerklanken.

Eind september 1966 meldt de gerenommeerde Franse actualiteitenrubriek Cinq Colonnes A La Une zich bij Provo. Christian Mottier en Guy Ackermann, beiden van Zwitserse komaf, zijn de verslaggever en cameraman die in Amsterdam een reportage gaan maken. Ackermann: ‘Provo was iets nieuws. Het sprak tot de verbeelding. Ze hadden een grote invloed op de Europese jeugd. Er wordt altijd gesproken over de Franse culturele revolutie van mei ’68, maar het is begonnen in Amsterdam’.

De happeningachtige sfeer op straat werkt aanstekelijk op de ploeg. Ze zien de humor wel in van het plagen van de dienders. De wanorde stoort hen niet. Tijdens het filmen in Amsterdam wordt regisseur Mottier gearresteerd door de politie. Hevig spartelend met armen en benen en onderwijl roepend ‘Je suis la presse, monsieur’ wordt hij afgevoerd. Ackermann legt het allemaal vast met zijn camera. En dat stuk is in de reportage opgenomen, om te laten zien hoe men op Provo reageert. Later gaat hij zijn collega bevrijden op het politiebureau. In zijn beste Duits begint hij: ‘Aber Bitte, meine Herren, daß geht doch so nicht, wir sind Journalisten.’ Gelukkig komt zijn collega met de schrik vrij. Ackermann: ‘Wij wilden in ons programma de jongeren laten zien die in beweging kwamen. Die hadden iets te melden.., waren verwarrend. Provo had de media nodig. Als de pers niet over jouw evenement bericht, bestaat het niet.’

<p> </p>

Burgemeester Van Hall grijpt in

Ook een Duitse ploeg onder leiding van de Amerikaanse cineast Andre H. Carbe is in Amsterdam om verslag te doen van de Provohappenings. In zijn reportage genaamd Hollands Verspielte Rebellen wordt uitgelegd wat Provo wil en waar het voor staat. In hilarische straatinterviews leggen veelal oudere Nederlanders in hun beste Duits uit dat de Provo’s ‘uns allein unnötigen Belastunggeld kosten’ en ‘schrecklich’ zijn. Carbe komt flink in botsing met de autoriteiten en dat wordt breed uitgemeten in de kranten.

Hoofdinspecteur J. Valken en zijn collega’s van de mobiele eenheid zijn van mening dat de Beierse ploeg van Carbe een happening heeft uitgelokt bij het Lieverdje op het Spui, terwijl het al weken rustig is. Bovendien betaalt de cameraploeg naar verluidt 2.000 Mark om opnames te mogen maken van de Provo’s. Burgemeester Van Hall grijpt in en waarschuwt de cineast per brief: ‘Uw team heeft de Provo’s betaald en is verder ook behulpzaam geweest bij de veroorzaking van ordeverstoringen.... Ik vertrouw erop, dat u zult begrijpen, dat dit schrijven wordt ingegeven door de wens, te voorkomen dat een vervreemding ontstaat tussen onze beide volken.’

Carbe reageert daarop met de opmerking dat Provo een wettelijke politieke beweging is (ze heeft één raadslid op dat moment). Het lijkt Carbe eigenaardig dat een bestuursvertegenwoordiger zo ver gaat te proberen een rechtmatige reportage te verbieden. ‘Dat, en niet ons programma zou de verhouding tussen de Nederlandse regering en de democratische volkeren ter wereld kunnen vertroebelen,’ besluit hij zijn reactie. Op 13 maart 1967 wordt de documentaire op Duitsland 1 uitgezonden.

Begin oktober gaat zelfs een communiqué van de politie uit waarin staat dat ‘buitenlandse filmers, fotografen en journalisten die in contact treden met de Provo’s door de Amsterdamse politie als ongewenste vreemdelingen zullen worden beschouwd en Nederland uitgeleid worden.’ Dat is weer aanleiding voor de Zweedse buitenlandcorrespondent Bengt Göran Gauffin een brief te schrijven aan Provoraadslid Bernhard de Vries. Hij voelt zich door het communiqué ernstig bedreigd in zijn persoonlijke vrijheid en zijn recht op vrije nieuwsgaring. Hij geeft toe dat hij interviews heeft gedaan met Provo’s en daarvoor een kleine geldsom heeft afgestaan. De soep wordt echter niet zo heet gegeten als die wordt opgediend: er zijn niet daadwerkelijk journalisten het land uitgezet.

Karel Heijink was destijds hoofdinspecteur bij de Amsterdamse politie en herinnert zich de buitenlandse cameraploegen die in Amsterdam Provo kwamen filmen. ‘Je zag ze voor het Vondelpark staan met hun filmapparatuur. Even later komt er een groep zogenaamde Provo’s aan die schreeuwen en dingen op straat gooien. Dat was gekocht, alleen....bewijs het maar. Ik beschuldig niet elke ploeg, maar er waren buitenlandse ploegen die het zo deden.’

Provo gebruikt de pers om hun ideeën uit te dragen en de maatschappij te veranderen. De pers komt er op af en de politie zat er mooi tussen. Heijink beweert niet dat de pers medeplichtig was aan de ongeregeldheden, wel dat ze ‘erg meedenkend’ waren. Ook sluiten op rellen beluste jongeren die verder weinig met het gedachtegoed ophebben zich aan bij Provo. De politie doet het nooit goed. Heijink geeft een voorbeeld: ‘De Provo’s versperren de trambaan, ze liggen op de rails. Omdat het openbaar vervoer gegarandeerd moet zijn slepen wij ze weg. Dat was al een risico, want als er één valt.... Vervolgens staan er in de krant verhalen van: ruw politieoptreden, gebeurde niet met de nodige tact. De volgende keer stel ik voor pas op te treden als de passagiers gaan klagen. We laten ze rustig zitten. Krijg je de volgende dag weer verhalen van: politie treedt niet op, openbaar vervoer verspert. Wat je ook doet, je krijgt de pers tegen je. Pers, Provo en politie, we hadden elkaar nodig en vervloekten elkaar.’

<p>Witte fiets</p>
Witte fiets

'It’s A Happening, Happening, Happening’

Intussen dient zich de volgende ploeg aan. Granada Television uit Manchester wordt ingevlogen om een reportage te maken in de hoofdstad. De producer van het programma World Tomorrow, Michael Apted (bekend van zijn 7 Up-serie) wordt meteen ontboden op het politiebureau. Daar wordt hij door waarnemend hoofd van de Amsterdamse vreemdelingenpolitie J. Kuipers toegesproken. Na de moeilijkheden met de Beierse ploeg wil de politie precies weten wat de Britten van plan zijn te filmen. Het maken van opnames van happenings staat niet op het programma volgens Apted. De politie haast zich te zeggen dat ze slechts ordeverstoringen wil voorkomen.

Loe van Nimwegen is Provo en doet de boekhouding. ‘Op een gegeven moment gingen we inderdaad geld voor de interviews vragen. Er kwamen zoveel filmploegen die ons wilden spreken, het begon op werk te lijken. Die Britten werden ingevlogen, ze zaten in het Victoriahotel. Ze konden best wat betalen.’ Van Nimwegen gaat met een contract naar het hotel, en de Britten betalen 4000 gulden. Het levert een reportage op met de titel: It’s A Happening, Happening, Happening. De Britten filmen verschillende Provobijeenkomsten in het Frascati-theater, Hans Tuynman legt uit wat Provo wil: ‘We willen een waarschuwing doen uitgaan tegen deze maatschappij. Tegen het idee dat alles goed gaat in de maatschappij.’ Ze willen de Nederlandse samenleving wakker schudden.

Michael Ryan is researcher bij World Tomorrow en gaat mee naar Amsterdam. Hij is vooral geïntrigeerd door het Witte Fietsen Plan, gratis fietsen in collectief eigendom. ‘Iemand die met zo’n idee komt is het sowieso waard om mee te spreken. Toen was nog niemand bezig met de opwarming van de aarde, met de leefbaarheid van de stad.’ Volgens Ryan is de Westerse wereld in ’66 klaar voor verandering, en in Amsterdam begint het. De rellen rondom het huwelijk van Claus en Beatrix zijn belangrijk nieuws. Provo weet de media handig te bespelen. ‘Robert Jasper Grootveld kondigde een happening aan, de politie kwam aanstormen met megafoons en busjes, al schreeuwend: “De happening gaat niet door”. Alleen daardoor al kwamen er weer meer mensen op af. En de pers legde alles vast als een voorbeeld van amusante idiotie.’ Ook herinnert Ryan zich de charismatische Grootveld nog goed: ‘De kamer lichtte op als hij binnenkwam.’

Ondertussen wordt de Provokas aardig gespekt door de grif geld betalende buitenlandse ploegen. En dat is nu precies wat Provo Anton Groeneschey tegen begint te staan. ‘Op een gegeven moment werd er speciaal voor een Japanse filmploeg een happening georganiseerd. Dat ging in mijn ogen de verkeerde kant op. Provo werd kapitalistisch en een mediahype. Toen ben ik afgehaakt. Hoe meer media er interesse toonden, hoe meer je er rekening mee gaat houden. Het werd te belangrijk, we werden een marionet van de journalistiek.’

Het einde van Provo

In mei 1967 sneuvelt burgemeester Van Hall vanwege de Provo’s, de regering draagt hem voor voor eervol ontslag. Reden is dat Van Hall niet goed weet om te gaan met de gezagsproblemen die ontstaan zijn door Provo: zijn antwoord is het uit elkaar slaan van demonstraties in plaats van te luisteren. Op 13 mei 1967 heft Provo zichzelf op. Het doel is bereikt, de mensen zijn aan het denken gezet. Bovendien zijn aartsvijanden Van der Molen en Van Hall, die Provo groot hebben gemaakt, weg.

Veel hervormingen in de geest van de Provo’s zijn doorgevoerd. De OV-fiets is met wat goede wil te beschouwen als een erfenis van het Witte Fietsenplan. Het Witte Schoorsteenplan behelst dat de vervuiler betaald, een principe wat we nu heel normaal vinden. Voor het demonstreren op straat is tegenwoordig geen vergunning meer nodig, een melding volstaat. Ook de ideeën van anti-rookmagiër Robert Jasper Grootveld met zijn ugge ugge ugge vinden navolging: op de werkplek en in de horeca mag niet meer gerookt worden. Het verkeer in de binnensteden wordt steeds verder teruggedrongen ten einde de steden leefbaar te houden. Een prachtige erfenis.

Research: Carolien Brugsma, Hannah Dogger
Tekst: Hannah Dogger
Samenstelling en regie: Annegriet Wietsma

Geïnterviewden Bronnen
  • <p>Hilda Verboven</p>
    Hilda Verboven
  • <p>Karel Heijink</p>
    Karel Heijink
  • <p>Michael Ryan</p>
    Michael Ryan
  • Guy Ackermann
    Guy Ackermann
  • Anton Groeneschey
    Anton Groeneschey
  • Provo, De geschiedenis van de Provotarische beweging 1965 – 1967

    Roel van Duijn, ‘Provo, De geschiedenis van de Provotarische beweging 1965 – 1967’, Meulenhoff, Amsterdam, 1985.

  • Imaazje!

    Niek Pas, ‘Imaazje! De verbeelding van Provo 1965-1967’, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2003.

  • Diender in Amsterdam

    Cees Zwart, ‘Diender in Amsterdam’, Balans, Amsterdam, 1999.

  • Magiër van een nieuwe tijd

    Eric Duivenvoorden, ‘Magiër van een nieuwe tijd, het leven van Robert Jasper Grootveld’, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2009.

  • In de ban van de revolutie

    Dany Cohn-Bendit, ‘In de ban van de revolutie, omzien naar de jaren ‘60’, Van Gennep, Amsterdam, 1986.

  • Beierse tv-ploeg kocht happening

    ‘Beierse tv-ploeg kocht happening’, Telegraaf, 3 oktober, 1966.

  • Burgemeester Van Hall lucht zijn hart

    ‘Burgemeester Van Hall lucht zijn hart: “Met spuit vuilste laster” ’, Handelsblad, 6 oktober 1966.

  • Briefwisseling Van Hall met tv-mensen

    ‘Briefwisseling Van Hall met tv-mensen’, Het Parool, 6 oktober 1966.

  • Waarschuwing politie aan vreemdelingen

    ‘Waarschuwing politie aan vreemdelingen: Géén provo-reportages!’, Het Parool, 7 oktober 1966.

  • Politie sprak met Britse filmploeg

    ‘Politie sprak met Britse filmploeg’, Vrije Volk, 13 oktober 1966.

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: